Op elke school komen jammer genoeg pesterijen voor, ook op de onze.
Vooraf willen we nog eens duidelijk omschrijven wat we onder pesten
verstaan, aangezien er nogal eens verwarring bestaat tussen pesten en
plagen. Bijna ieder kind plaagt wel eens of wordt wel eens geplaagd.
Pesten gaat echter verder dan plagen.
PLAGEN : Bij plagerijen zijn beide partijen gelijk aan elkaar, er is
geen echte winnaar of verliezer. Er is vaak sprake van een incident. Het
gaat niet altijd om dezelfde persoon. Het heeft een humoristische
ondertoon waarbij gelachen wordt met een eigenschap van de persoon
zonder dat de hele persoon wordt afgewezen.
PESTEN is het uitoefenen van geestelijk en/of lichamelijk geweld door
één of meerdere personen tegenover één persoon. Dit gebeurt langdurig en
herhaaldelijk, en zo dat de pesters de gepeste met opzet pijn willen
doen. Het gaat altijd om een verstoord machtsevenwicht, waarbij de
gepeste relatief machteloos is. Vaak gaat het om één pester die steun
krijgt van een aantal anderen. De pester geeft de aanzet tot de
pesterijen, maar hij of zij pest niet alleen. Rond de pester verzamelen
zich nog anderen, ze vormen samen een pestgroepje.
Het spreekt vanzelf dat we pesten zoveel mogelijk trachten te vermijden binnen de school o.a. door :
* veel aandacht te besteden aan zorg dragen voor elkaar en voor de
omgeving. Kinderen leren al vanaf de eerste kleuterklas dat je rekening
met elkaar moet houden. Ze leren ook dat je respect voor elkaar en
elkaars werk moet hebben.
* pesten bespreekbaar te maken, niet alleen als het voorkomt, maar ook
tussendoor tijdens kringgesprekken in de klas , in verhalen, toneel,…
Zo krijgen kinderen het gevoel dat ze erover kunnen praten als het hen
gebeurt of als ze zien dat het een ander gebeurt. Ze weten dan dat
praten over pestgedrag geen klikken is.
* het onderwerp “pesten” regelmatig te bespreken binnen het schoolteam. Signalen van pesten worden aan elkaar doorgegeven.
Bij vermoeden van of vaststelling van pestgedrag is het standpunt van de
school duidelijk : Pesten wordt niet geaccepteerd. De school zal dan
ook actie ondernemen om dit probleem aan te pakken.
We maken onderscheid tussen:
* situaties waarin je weet dat er iets aan de hand is, maar waarin je geen duidelijke bewijzen hebt:
-In een klasgesprek en/of les rond sociale vaardigheden wordt een probleem besproken
-Het onderwerp wordt verbonden aan eigen (vroegere of recente) ervaringen van leerlingen uit de klas.
- De “omgangsregels” zoals ze op school en in de klas gelden worden nog een keer besproken.
* situaties waarin het pesten duidelijk zichtbaar is:
- de leerkracht neemt stelling tegen de pesters. Vaak is stelling nemen voldoende om het pesten te stoppen.
- Indien stelling nemen van de klasleerkracht geen of onvoldoende effect heeft , dan worden volgende stappen gezet:
1. de leerkracht wint informatie in over de omvang en de manier van pesten bij collega’s
2. de leerkracht praat met het slachtoffer met de bedoeling om
informatie in te winnen én om aan het kind het gevoel te geven dat er
iets aan het probleem gedaan wordt
3. de leerkracht licht de ouders van slachtoffer en pester(s) in over
het probleem en over de te volgen stappen
4. de leerkracht houdt een gesprek met de betrokken klasgroep(en) over
het pestprobleem waarin hij
* het pesten afkeurt
* de regels zoals ze op school en in de klas gelden nogmaals stelt
* de (zwijgende) meerderheid op hun verantwoordelijkheid wijst : zwijgen is meewerken aan het pesten
* duidelijk maakt dat het pesten altijd kan gemeld worden bij de
klasleerkracht, andere leerkrachten of iemand van de opvang
5. Hulp aan het slachtoffer : De klasleerkracht of zorgleerkracht
probeert samen met het kind een manier te bedenken om op het pesten te
reageren, in samenwerking met de ouders en eventueel het CLB
6. Hulp aan de pester(s) : de klasleerkracht en de directie treden in
eerste instantie corrigerend op naar de pester(s). Klas- of
zorgleerkracht hebben een aantal probleemoplossende gesprekken, in
samenwerking met de ouders. Mocht er hierna nog geen gedragsverandering
plaatsvinden, dan kan het kind in overleg met de ouders doorverwezen
worden naar de diensten van het CLB
Adviezen naar ouders : School en ouders halen voordeel uit een goede
samenwerking en communicatie. Toch moet iedere partij waken over haar
eigen grenzen. Het kan nooit de bedoeling zijn dat ouders op school (en
ook niet aan de poort of op de weg naar school of thuis) eigenhandig het
probleem willen oplossen.
Indien je erachter komt dat je kind zijn probleem niet durft melden op
school, probeer je kind dan toch te stimuleren om naar een leerkracht
toe te stappen.
Als dit niet lukt, neem je best zelf contact op met de school. Je kan
als ouder steeds terecht bij de klasleerkracht, zorgleerkracht of
directie.
Wil je als ouder meer informatie over dit thema dan kan je o.a. terecht
op de website www.kieskleurtegenpesten.be van een neutrale instantie:
Vlaams Netwerk Kies Kleur tegen Pesten - met steun van de Vlaamse
Overheid. Op hun website verwijzen ze naar links voor kinderen,
jongeren, ouders en voor scholen.
CYBERPESTEN
Elke vorm van pesten waarvoor het internet, een computer of gsm gebruikt
wordt, noemen we cyberpesten. Dat kunnen beledigingen of bedreigingen
zijn, beschamende foto's rondsturen, inbreken in een computer of een
account van iemand anders,…
Meer en meer kinderen krijgen te maken met online pesten. Het pesten
gaat na schooltijd gewoon door via de computer of de gsm en andere
mensen kunnen de berichten zien. De pester heeft vaak zelf niet door hoe
kwetsend het kan zijn, omdat hij de gepeste niet kan zien.
Wat doet de school :
Kinderen mediawijsheid bijbrengen en hen op een goede en veilige manier
leren omgaan met de nieuwe media is ook voor een basisschool een
belangrijke opdracht. De schoolomgeving is een centrum van
mediagebeuren. Dat biedt heel wat kansen om aan mediaopvoeding te doen.
Mediaopvoeding is namelijk geen vak of leergebied op zich. Ze wordt bij
voorkeur aangepakt, daar waar de kans zich aandient. Een open, positief
en veilig klasklimaat aanbieden waarbinnen de leerlingen de kans krijgen
om hun ervaringen te bespreken is daarbij cruciaal.
Wat betreft het gebruik van internet in de lagere school, zijn er de volgende afspraken:
1ste leerjaar: /
2de leerjaar: /
3de leerjaar: Werken op gegeven sites + veiligheidsles over computer en google (wat zijn veilige alternatieven)
4de leerjaar: Onder toezicht van leerkracht op het internet
5de leerjaar: Vrij op het net + lessen veilig internetten
6de leerjaar: Blog, wikipedia, veilig internetten (Facebook, niet voor kinderen)
Wanneer een kind op school meldt dat het slachtoffer is van cyberpesten
buiten de schooluren door een medeleerling, dan zal de school steeds de
ouders van de betrokken leerlingen inlichten en met de betrokken
leerlingen(en) een gesprek aangaan over het probleem.
Interessante websites over pesten in het algemeen en cyberpesten :
- www.kieskleurtegenpesten.be
- www.klasse.be : dossier pesten
- http://www.digitips.be/digitips/56va-VeiligInternet.html
- www.childfocus.be -- dossier Clicksafe : veilig internetten
- http://www.ketnet.be/vet-op-het-net